BigDay zaterdag 3 mei 2025
Voor 2016 hadden we met een groepje IVN’ers besloten een Bigday te organiseren. Sindsdien is dat een soort hoogtepunt van het vogeljaar in Barneveld. Elke keer is het weer spannend wat we zien, en elke keer is het grappig hoe blij je kunt zijn met een algemene soort. Want elke soort is er één!
Helaas konden we het vorig jaar (2024) niet rond krijgen met de agenda’s en hebben we toen besloten om het over te slaan. Om er niet helemaal de klad in te krijgen is het dit jaar gelukkig wel doorgegaan, al was het maar met twee deelnemers; Ina Adams en André van Reenen.
Normaal gesproken plannen we het op een vrijdag zodat er een actieve vuilstort bij de vuilnisbelt van Vink is. Dat levert zo een paar soorten meeuwen op. Helaas lukte dat nu niet, zodat we uitgeweken zijn naar de zaterdag. Veel BigDays worden minutieus voorbereid en nesten van lastige soorten in kaart gebracht. Bij ons is het altijd op de bonnefooi, lage verwachtingen en altijd weer blij met een onverwachte score 🙂
We starten iets voor 03:00 uur bij André aan de Lunterse kant van Barneveld. Als we met de auto een stukje onderweg zijn rijden we al bijna een paar wilde eenden dood die ‘s nachts op stap zijn. De spreekwoordelijke kop is eraf. Met de voorjaarsvergadering van de vogelwerkgroep was er een jonge Bosuil te horen rond kasteel de Schaffelaar. Deze is subtiel piepend aanwezig en kunnen we bijschrijven.
1. Wilde eend
2. Bosuil
Op de parkeerplaats van Klein Bylaer verwachten we eigenlijk de vertrouwde nachtelijke roep van de kievit, maar deze laat zich niet horen. Wel is het na een paar minuten al raak met zowel een luid roepende kerkuil als ook met een zingende bosuil. Ook roept er even een meerkoet. Die gaan we vast nog vaker tegenkomen. Maar hij gaat erop.
3. Kerkuil
4. Meerkoet
Het is comfortabel, niet koud en vrijwel windstil. Hopelijk is er toch wat mogelijk vannacht en vandaag. We doen net als andere jaren eigenlijk een vergelijkbaar rondje van Kallenbroek naar Terschuur richting Leemweg/Peerweg. Hier horen we een zingende Cetti’s zanger! Jaren geleden (2020) hadden we op de BigDay de eerste voor de gemeente, maar inmiddels lijkt hij ook in onze gemeente wat gemakkelijker te worden. Verder is het erg rustig. Omdat 3 mei aardig vroeg in het seizoen is lijken bosrietzanger en spotvogel lastig. André hoort een steenuil, maar net buiten de gehoorgrens van Ina, dus die kan er (nog) niet op. We moeten de soorten beiden hebben.
5. Cetti’s zanger
Na de Cetti’s is het een erg stille nacht. We zien nog wel een politieauto die ons een beetje in de gaten houdt, maar we worden gelukkig niet staande gehouden. Dat kost alleen maar tijd. We rijden rond 4.30 uur door naar de Wolfskamer/Binnenveld en hier horen we kleine plevier, merel, waterhoen en ook een handvol eenden, maar geen zekere krakeend. Een kleine karekiet zingt wel en het lijkt zowaar al een beetje te gaan schemeren.
6. Merel
7. Kleine plevier
8. Kleine karekiet
9. Roodborst
We hadden eerst nog het plan om traditiegetrouw het Kootwijkse Veld te doen voor nachtzwaluw, maar we horen overal om ons heen de wereld ontwaken. Zanglijster, roodborst, zwarte roodstaart, spreeuw, alles begint te zingen. Dus we besluiten om niet deze extra kilometers te maken en rond de ochtendschemer in het Paradijs te beginnen.
10. Roodborst
11. Zwarte roodstaart
12. Zanglijster
13. Dodaars
14. Spreeuw
15. Kievit
16. Tjiftjaf
17. Ooievaar
18. Tuinfluiter
19. Houtduif
20. Zwartkop
21. Kuifeend
22. Winterkoning
23. Koolmees
24. Kauw
25. Pimpelmees
Weer bij de parkeerplaats van Klein Bylaer aangekomen begint de ochtendronde pas goed. Het is altijd heerlijk om het steeds lichter te zien worden, terwijl het vogelconcert steeds meer decibellen produceert. Hier moeten we aardig wat soorten bij kunnen schrijven. We zoeken een tijdje naar de goudvink, maar alleen Ina hoort een roepje, deze kan er dus niet bij.
26. Boomkruiper
27. Bonte vliegenvanger
28. Krakeend
29. Boompieper
30. Vink
31. Zwarte kraai
32. Fitis
33. Rietgors
34. Huiszwaluw
35. Grote bonte specht
36. Putter
37. Groenling
Ondertussen lopen we naar de overkant, Groot Bylaer. Dit stuk staat bekend om de spechten. Het is mogelijk om hier ‘alle’ spechten waar te nemen, met uitzondering van draaihals dan. De verwachtingen zijn dus hoog. Al is het gemakkelijker om spechten te horen in het vroege voorjaar. Ze zijn nu minder actief. We twijfelen een tijdje over een goudhaan, die we te kort horen, maar na een tijdje wachten is het duidelijk dat het toch een vuurgoudhaan is. We blunderen ook tegen een zwarte specht aan, die rustig aan het hakken is en ons niet doorheeft. Leuk om ‘m zo te ontdekken in plaats van op roep of zang. Hij perst er nog wel een salvo uit, maar is dan ook compleet stil. Dat was een mazzeltje. Ook zien we een bosuil op z’n vaste plek in de boom zitten. Heel gaaf om te zien.
38. Boomklever
39. Vuurgoudhaan
40. Witte kwikstaart
41. Grauwe vliegenvanger
42. Appelvink
43. Zwarte specht
44. Gaai
45. Blauwe reiger
Een soort die op een BigDay lastig kan zijn is staartmees. Deze is moeilijk te missen als ze in de winter in groepsverband luidruchtig door de struiken vliegen, maar in mei is het wat anders. Toch blunderen we hier tegenaan, dus daar hoeven we niet meer over in te zitten. De groene specht en kleine bonte specht lukken niet op deze plek, dus dat is een kleine tegenvaller.
46. Staartmees
47. Huismus
48. Boerenzwaluw
49. Koekoek
50. Grote lijster
51. Holenduif
52. Buizerd
Na Bylaer gaan we naar de Juliusput. Al het water in de gemeente is mooi meegenomen, je weet nooit wat je er treft. Eenden zijn echter in het winterhalfjaar wat talrijker en diverser dan in mei, en ook op de Juliusput vooral veel kuifeenden, maar ook futen, en die hadden we nog niet. Geen spoor echter van slobeenden, wintertalingen of oeverzwaluwen.
53. Fuut
54. Kleine mantelmeeuw
55. Aalscholver
Van de Juliusput gaan we via de Dronkelaarseweg naar de plasjes tegenover Bloemendal. Hier komen we eigenlijk niet zo vaak, maar ze zijn wel interessant voor steltjes en er is deze week een casarca gezien (tussen de nijlganzen weliswaar). Er zitten inderdaad steltlopers, er vliegt vrij snel een oeverloper op, dat is lekker. Na een tijdje tellen we zeker 6 oeverlopers, maar dat niet alleen; er zit ook een bosruiter! Echt een opsteker, dat is een lekkere soort. We horen en zien even later ook een ijsvogel. Dat is ook fijn, zo vroeg op de dag.
56. Grasmus
57. Heggenmus
58. Scholekster
59. Grauwe gans
60. Oeverloper
61. Bosruiter
62. Turkse tortel
63. IJsvogel
64. Torenvalk
65. Roek
Vandaag zijn we al bij de Wolfskamer geweest, maar toen was het nog niet licht. Inmiddels is het alweer 9.00 uur, en hopen we op leuke soorten bij deze plasjes. Bij aankomst zien we meteen een vrouwtje bergeend, leuk! Geen makkelijke Barneveldsoort, al zit hij hier inmiddels al wel een paar weken.
66. Bergeend
67. Gierzwaluw
68. Ekster
We gaan via de vuilnisbelt richting de Stroese heide. Voor de belt zetten we de auto even stil om de berg af te speuren en we kunnen meteen een paar soorten bijschrijven, er vliegt een raaf over, twee kneutjes en ook 3 oeverzwaluwen.
69. Raaf
70. Kneu
71. Oeverzwaluw
Als we even eens stukje lopen om mussen te checken op ringmussen horen we een steenuil verderop schreeuwen. Dat is tref, want die hadden we niet meer verwacht. Het is al een paar uur licht, en dan moet je maar afwachten of het lukt met zonnende beesten, of de volgende avond.
72. Steenuil
Zeumeren is erg saai, geen enkele meeuw te bekennen en verder vooral kuifeenden, futen en meerkoeten. Wel een knobbelzwaan gelukkig, dus we zijn niet voor niets gekomen.
73. Knobbelzwaan
Aangekomen bij de parkeerplaats van de Houtbeek is Ina al uit de auto, André is nog met z’n tas aan het rommelen, kijkt Ina aan: was dat geen fluiter? Fluiter! We hebben later op deze plek nog gepost, maar we hebben erg mazzel gehad dat we de djudjuudjuu hier allebei hoorden, later op de dag hebben we geen fluiter meer gehoord.
74. Fluiter
De hei oplopen zorgt altijd voor nieuwe soorten, zo ook nu. We hopen vooral op gekke dingen natuurlijk. Dat blijft uit, wel pikt André een kleine bonte specht op die in de zijtakken van een grote boom op de heide zit. Gelukkig kan Ina ‘m ook oppikken. Een paar seconden later nog een heftiger adrenalinestoot, een heel lichte phylloscopus is kort en beeld, maar vliegt helaas te snel weg voor een foto. Het had op het eerste gezicht wel wat weg van een bergfluiter. Het zou uiteraard ook een afwijkend bleke fitis kunnen zijn geweest. Geen spoor meer van, en er is ook niet veel tijd om te posten.
75. Roodborsttapuit
76. Veldleeuwerik
77. Boomleeuwerik
78. Gele kwikstaart
79. Gekraagde roodstaart
80. Sperwer
81. Kleine bonte specht
We gaan nu naar het Kootwijkerzand. Eens kijken wat dat oplevert. Eerst komen we langs heel veel bomen. Ramen open dus, we moeten nog veel mezen. Twee mezen lukken op de parkeerplaats van het Kootwijkerzand en ook goudhaan eindelijk in the pocket.
82. Zwarte mees
83. Kuifmees
84. Goudhaan
Onderweg zien we twee rovers. Het is meteen duidelijk dat dit grote rovers zijn, zeearenden! We zetten de auto even stil, net op tijd om de grote beesten hard af te zien glijden. We hadden geen vijf minuten later moeten zijn!
85. Zeearend
Op het kootwijkerzand aangekomen wacht ons een verrassing, we zien vrij snel een tapuit vliegen en even later ook 3 mooie paapjes, geweldig! Zulke gave beesten, en het is nog maar 1x eerder gelukt ze op de BigDay te hebben (2017).
86. Tapuit
87. Paapje
Op de terugweg gaan we nog even langs Loofles. Hier is meestal niet erg veel te halen, maar er is water, dus je weet het nooit. Er zitten nog steeds veel dodaarsjes, een paar kuifeenden, maar geen steltlopers o.i.d. Wel vliegt er ineens een bruine kiekendief over, fijn dat we die zien nu we niet helemaal onder de bomen lopen!
88. Bruine kiekendief
André had voor Loofles al even z’n moeder gebeld of er ringmussen bij z’n ouderlijk huis zitten. Op het moment van bellen ziet ze er twee, dus toch maar even kijken. Het blijkt nog niet eenvoudig te zijn, maar achter op het erf laat er één duidelijk van zich horen, dat scheelt. Ringmussen zijn helaas altijd lastig, en ze worden met de jaren ook niet algemener…
89. Ringmus
We gaan voor de eerste keer vandaag naar de Esvelderbeek bij de Harselaar. Dit stuk is heeft lekker veel riet en wat water, dus altijd spannend. Bij aankomst zien we meteen een grote zilverreiger in het weiland staan, kassa! Dit is een erg algemene soort zou je zeggen, maar in mei verdraaid lastig. Sterker nog, we hebben ‘m met de BigDay nog nooit gehad. Dat geeft de burger moed, want rond de 90 is het al sprokkelen. Maar als we verder lopen hebben we nog meer mazzel, er zit een lepelaar mooi te zijn in de plas. Geweldig met die kuif en gele borstband. We fluisteren ons enthousiasme eruit en hij blijft keurig zitten terwijl we schuifelend verder lopen. Een paar passen verder en Ina roept: Purperreiger! Waaaat! Zo dan, die hadden we niet meer verwacht. Enkele dagen geleden was hij wel op deze plek gemeld, maar André had ‘m de dag erna niet meer gezien, dus we dachten dat ‘ie doorgetrokken was. Dit moment was echt bizar. Zo kort achter elkaar 3 ‘reigers’, als we de lepelaar er voor het gemak ook even onder scharen. De purperreiger vloog achter de bomen en was toen niet meer te zien. Het was leuk geweest als hij daar nog even was gaan zitten want er was nog een broedkleed grote zilverreiger met rode poten en zwarte snavel naast de winterkleed-versie neergestreken en er vloog ook nog een ooievaar. Wat een spektakel.
90. Grote zilverreiger
91. Lepelaar
92. Purperreiger
We proberen nog een plek voor groene specht, maar deze is echt pittig vandaag. Weer geen spoor. Een volgende soort zou mogelijk de slechtvalk worden. Deze kan óf heel makkelijk óf heel lastig zijn. Hij heeft namelijk z’n vaste plekken in Barneveld. Eén ervan is het AgruniekRijnvallei-gebouw. Maar het is meteen duidelijk: Bingo. Bij het parkeren zien we al een bolletje zitten, en met de kijker zien we ook de wederhelft. Twee slechtvalken zitten op hun gemakje van het uitzicht te genieten.
93. Slechtvalk
We overleggen even wat handig is en besluiten toch een poging te doen om de oude gruttoplek aan de Briellaerdseweg te proberen. Het weiland is gemaaid, dus dat is dubbel. Niet geschikt voor grutto, wel makkelijk af te zoeken. Er zitten wel wat kievitten, maar geen grutto helaas. Op deze bewuste dag komt er ook een stukje over de grutto in de Barneveldse krant. Treurig, het is vergane glorie, de koning van de weide is in Barneveld elk jaar lastiger te vinden. Na de vergeefse zoekactie rijden we nog langs wat ander grasland weer naar Klein Bylaer, voor de derde keer vandaag. We hebben onze auto geparkeerd, stappen uit en horen meteen de goudvink luid, duidelijk en veelvuldig roepen. Top!
94. Goudvink
Na een mooie wandeling om middelste bonte- of groene specht te horen, stappen we weer in de auto. Nog steeds geen groene specht. Wel hebben we weer een zwarte horen roepen, maar deze hadden we al. We rijden door de wijken waar andere jaren wel braamsluiper wordt gehoord, maar dit zou tref zijn. Deze vogel is dit jaar in deze wijken nog niet gehoord, en het is ook nog maar twee keer eerder gelukt (2016 en 2023). We rijden naar Kootwijk om daar glanskop, matkop en groene specht te proberen. Het is toch echt frappant dat die groene maar niet lukt. Daar gaat het de laatste jaren erg goed mee en op een gemiddelde dag hoor je ‘m voor je gevoel overal. Vandaag niet dus. We zien hele mooie geschikte plekken, maar weer geen spoor. Na een heerlijke versnapering bij ‘t Spinnewiel in Kootwijkerbroek rijden we door de bossen van Kootwijk voor mat- of glanskop. Maar we zitten ineens in de auto met onze oren te klapperen als we ineens een middelste bonte specht horen roepen! Auto langs de weg en we horen ‘m nu constant dichtbij roepen, heerlijk!
95. Middelste bonte specht
Door een mooi boslaantje in de buurt van Kootwijk rijden ziet André nog een mooie vos wegrennen en op die plek horen we ook een glanskop roepen! Het is dan al over 20.00 uur en de gouden stralen zorgen voor een erg fraai decor. Het is genieten zo. We hebben allebei nog energie, al heeft Ina last van blaren. We voelen inmiddels de wind wel aantrekken en we moeten ook onze jas aantrekken.
96. Glanskop
Eén van de laatste gebieden is altijd het Kootwijkse Veld. Daar kakken we ook steevast in. Het is wachten op de schemering. Het is eigenlijk gewoon koud. Een vrij harde wind gaat over de heide. We speuren de jeneverbessen af voor een grauwe klauwier. We zien en horen wel roodborsttapuiten en een koekoek. André gaat lopen tegen de kou, Ina blijft toch liever zitten. We wachten tot het donkerder wordt en hopen dat de wind geen roet in het eten gooit voor de nachtzwaluw. En dan… rrrrrrr-urrrrrurr-rurrrrr-rr. Nachtzwaluw! Keurig op tijd, de flarden zang komen met de windvlagen mee.
97. Nachtzwaluw
We besluiten nog een wijk in Barneveld ‘af te luisteren’ voor ransuil. Op deze locatie zijn recent nog adulte ransuilen waargenomen. Er zijn volgens onze informatie geen jongen gehoord. Een rondje lopen levert niets op en we besluiten de BigDay te beëindigen.
Het was een fantastische dag. We hadden echt topweer overdag en we hadden best wat soorten met wat mazzel. De leukste soorten waren de soorten die we op eerdere BigDays nog niet hadden: grote zilverreiger, purperreiger en zeearend. Ook bosruiter, paapje en bergeend waren leuk. De grootste missers waren groene specht, graspieper, geelgors en zilvermeeuw (en andere meeuwensoorten, doordat er geen vuilstort was). Met nog wat meer voorbereiding en meer geluk hadden we dus makkelijk de 100 kunnen halen.
Links:
> Alle waarnemingen op de kaart
> Alle waarnemingen op een rij
> Alle BigDays in een overzicht